Van de verhuurkant naar de vastgoedkant, van projectconsulent naar vastgoedregisseur.
Miranda Snel maakte een indrukwekkende ontwikkeling door bij woningcorporatie Woonkracht10. Met veel lef, leerlust én een flinke portie organisatietalent bouwde ze aan haar vakmanschap. Nu is ze geregistreerd als Erkend Onderhoudskundig Coördinator bij Sertum en werkt ze aan planmatig onderhoud én haar eerste grote verduurzamingsproject.
Wie is Miranda – en hoe ben je in dit vakgebied terechtgekomen?
“Eigenlijk ben ik pas vier jaar geleden de vastgoedkant opgegaan. Daarvoor werkte ik vooral aan de bewonerskant. Maar mijn hart ging steeds sneller kloppen van techniek, bouw en de staat van woningen. Ik wilde weten: hoe werkt het nou écht? Bij Woonkracht10 kreeg ik de kans om de overstap te maken. Ik stapte naar de manager vastgoed met de vraag: hoe word ik projectleider? Hij zei: solliciteer maar. En zo is het begonnen.”
Wat bracht die overstap en hoe kijk je terug op de eerste jaren?
“Ik begon als sociaal projectleider en volgde naast mijn werk de opleiding Elementaire Bouwkunde. Daarna heb ik de verschillende modules bij BOB gedaan – vocht, gevel, dak, noem maar op. Tegelijkertijd kreeg ik al snel projecten onder mijn hoede. De projectleider voor wie ik inviel ging met pensioen, en zo rolde ik erin. Het eerste jaar was echt ploeteren, maar ik leerde razendsnel. Je moet zelf actief op zoek, vragen stellen, leren door te doen. Gelukkig ligt organiseren, plannen en ‘achter mensen aan zitten’ mij wel.”
Waarom koos je voor registratie bij Sertum?
“Voor mij is het een vorm van erkenning. Je laat ermee zien dat je vakbekwaam bent, dat je kennis hebt en dat je jezelf serieus neemt als professional. De opleiding tot projectleider beheer en onderhoud vastgoed heb ik afgesloten met een 8 – dat voelde als een mooie afronding én startpunt. Want ik wil blijven leren.”
Wat betekent die registratie in jouw werk?
“Het laat aan collega’s en externe partners zien dat je weet waar je het over hebt. En het helpt me scherp te blijven. Ik vind het ook waardevol dat je als geregistreerde toegang hebt tot kennissessies en andere professionals. Zelf heb ik nog geen sessies bijgewoond, omdat ik pas sinds dit jaar ben geregistreerd – maar in oktober staat mijn eerste bijeenkomst gepland. Alleen al het idee dat die uitwisseling mogelijk is, geeft meerwaarde.”
Waar word jij momenteel echt blij van in je rol als vastgoedregisseur?
“Mijn eerste grote onderhoudsproject! We pakken daarin alles aan: van schil tot installaties, van badkamer tot keuken. Wat ik het mooiste vind, is als álles samenkomt. Dat je werkt aan iets waar bewoners blij van worden, waar de techniek klopt, én je financieel goed zit. Dan weet je: dit is toekomstbestendig.”
Hoe geef jij invulling aan professioneel handelen?
“Voor mij zit dat in regie nemen, zorgen dat alle partijen aangehaakt zijn én blijven. Als vastgoedregisseur ben ik aanspreekpunt voor mijn gebied Zwijndrecht. Ik zit in een driehoeksoverleg met assetmanagement en wonen, en samen bepalen we de koers per complex. Daarnaast heb ik contact met bewoners, aannemers, gemeentes en partners. Maar het begint bij goed inzicht. Betrouwbare en actuele data zijn essentieel om goed te kunnen sturen – en juist dat blijft een uitdaging. Je merkt dat informatie vaak versnipperd is of verouderd. Dan kun je als vastgoedregisseur niet de juiste keuzes maken.”
Wat zijn jouw grootste knelpunten in het werk?
“De administratieve last is soms enorm – ik registreer soms in één project wel op tien verschillende plekken. Dat kost zóveel tijd. Tegelijkertijd moet je voortdurend schakelen tussen verschillende belangen: techniek, financiën, leefbaarheid. Die liggen niet altijd op één lijn. Dan helpt het als je boven de inhoud kunt uitstijgen en samen werkt aan het grotere geheel. Communicatie en verbinding zijn dan echt onmisbaar.”
Wat hoop je nog te bereiken in je rol?
“Ik wil doorgroeien naar projectleider of projectmanager voor grote onderhoudsprojecten. Renovaties, sloop-nieuwbouw, dat soort opgaven. Gelukkig werk ik nu met collega’s die veel ervaring hebben en van wie ik veel leer. En ik weet zeker: ik ben nog lang niet uitgeleerd.”
Wat zou je willen meegeven aan vakgenoten die twijfelen over registratie of een stap vooruit?
“Gewoon doen. Ook al denk je dat je nog niet alles weet. Vrouwen hebben de neiging om pas te bewegen als ze 80% zeker weten dat ze het kunnen. Maar ik had misschien 40% in huis – en ik deed het toch. Wat is het ergste dat kan gebeuren? Dat je iets anders gaat doen. Dat is oké.”
En hoe ervaar je jouw rol als vrouw in een overwegend mannelijke wereld?
“Ik zit vaak als enige vrouw aan tafel. En ja, ik heb wel het gevoel dat ik soms net iets harder moet lopen om me te bewijzen. Maar tegelijk merk ik dat mijn aanpak werkt. Ik ben direct, duidelijk, maar ook sociaal. En ik merk dat veel collega’s en bijvoorbeeld aannemers daar juist prettig mee samenwerken. We hoeven het niet altijd eens te zijn, maar we komen er wel uit. Dat is waar het om draait.”
Tot slot: wat maakt dit vak voor jou waardevol?
“Het is een prachtig vak. Je hoeft niet alles van techniek te weten – daar heb je partners voor. Maar als vrouw kun je met kennis, overzicht, organisatie en communicatie zóveel bijdragen. En ook buiten werk loopt dat door: ik verbouwde vorig jaar samen met mijn vriend ons huis. En ik doe vrijwilligerswerk als begeleider voor zitskiërs met een beperking. Of het nu gaat om werk of privé, ik hou van organiseren, regelen, mogelijk maken. Daar ligt mijn kracht.”
Fotocredits: Maartje Brockbernd
Lees verder